GESCHIEDENIS

Het Gasthuys

28 mei 1559 was een bijzondere dag. De leden van de broederschap van de Heilige Drievuldigheid in Amersfoort waren bijeen. De leden hadden een eigen altaar in de St. Joriskerk. Die werd ‘het altaar der weduwen’ genoemd. Veel broeders hadden hun vrouw verloren. Dus besloten ze op deze zomerse dag halverwege de zestiende eeuw een liefdadige instelling op te richten met als doel de arme zieken, of beter gezegd zieke armen van de stad te verzorgen.

De instelling werd geleid door een weduwe, samen met een ‘jonefrou’ uit de Broederschap. De twee werden moeders genoemd. Zij moesten aan drie eisen voldoen: van onbesproken gedrag zijn, trouw en rijk genoeg om de zieken te verzorgen. De pastoor en kapelaan van de St. Joriskerk hielpen de twee.

Gegadigden moest echt arm en ziek zijn. Het contrast tussen rijk en arm was in de zestiende eeuw schrijnend, dus armen waren snel te vinden. Aanvankelijk bezochten de moeders de zieke armen om niet alleen eten en drinken uit te delen, maar ook beddengoed en stof om kleren te maken.

In 1577 werd het werk van de moeders officieel erkend door het stadsbestuur van Amersfoort. Vierhonderd jaar later vierde het St. Elisabeth Ziekenhuis vierhonderd jaar ziekenzorg in Amersfoort. De stichting van de moeders was vernoemd naar de heilige Elisabeth van Hongarije, ook wel Elisabeth van Thüringen genaamd. Zij leefde een kort leven als de dochter van koning Andreas van Hongarije, van 1207 tot 1231. Ze was onzelfzuchtig en haar toewijding aan de zieke armen was groot. Ze bouwde in haar korte leven verschillende ziekenhuizen.

In 1578 werd een huis aan de Muurhuizen aangekocht, nu nummer 33. Daarin woonden ‘een eerlijke goed paar volk’. Zij werden binnenmoeder en binnenvader genoemd en droegen zorg voor de daar opgenomen zieke armen. De opname in het Sint Elisabeth’s Gast- of Ziekenhuis gebeurde alleen in uiterste nood. Alleen als de zieke zo arm was dat hij thuis niet kon worden verzorgd. Het opnemen in het gasthuis was een daad van gastvrijheid en geschiedde uit liefde voor God.

Het gasthuis aan de Muurhuizen bood aanvankelijk slechts plek aan ‘een ofte meer ellendighe bedtlegers’. Die moesten ‘met geen aenslaende syeckte besmeth’ zijn. Mensen met een besmettelijke ziekte werden niet opgenomen. Het kon twee kanten opgaan met de opgenomen mensen. Of ze overleden en de begrafenis werd door het gasthuis geregeld, of ze wandelden genezen terug naar huis.

Het ziekenhuis bleef tot aan de dag van vandaag in Amersfoort. Na de St. Andriestraat en de Ringweg Randenbroek is het ziekenhuis nu gevestigd aan de Maatweg. En de naam is Meander Medisch Centrum. Daarmee is er 440 jaar ziekenzorg in Amersfoort. Op Muurhuizen 33 bleef de gastvrijheid over.

Het is een van de oudste Muurhuizen van Amersfoort. Het is gebouwd op de fundering van de eerste stadsmuur, binnen de eerste grachtengordel. De stenen die werden gebruikt dateren uit de vijftiende eeuw. Muurhuizen 33 heeft de karakteristieke opbouw van een groot Muurhuis. In 1616 vond een grote verbouwing plaats, waarbij de traptoren met a

Terug